Achtergronden
Historie
Het was de Zwitserse arts prof. Niehans die al in 1931 door middel van injecties voor het eerst een mens met dierlijke orgaancellen behandelde. In de jaren die volgden ontwikkelde hij de behandeling volgens deze methode verder tot aan zijn levenseinde in 1971. Als één van de eerste Duitse artsen werd mijn grootvader, dr. Philipp Janson, al in de jaren 1948/49 door prof. Niehans met deze methode vertrouwd gemaakt. In 1968 nam mijn vader, dr. Wolfgang Janson-Müller, de praktijk over waarna hij deze methode 35 jaar lang verder perfectioneerde. Sinds 1998 – en nu dus al in de derde generatie – pas ook ik deze therapie met verse cellen toe volgens de originele methode van prof. Niehans.
Behandeling
De benodigde organen worden na het slachten van het donordier onmiddellijk zonder conserveerstoffen geprepareerd en de patiënt intramusculair geïnjecteerd. Bij de celtherapie bestaat het preparaat uit een suspensie van vele honderdduizenden cellen en bouwstenen daarvan. Een cel vormt een klein organisme op zich met een eigen leven en een eigen stofwisseling. Als kleinste levenseenheid is de cel de drager van het leven. Alle menselijke en dierlijke orgaancellen zijn volgens een uniform grondbeginsel opgebouwd en bezitten dezelfde structuren en primaire fysiologische (lichamelijke) functies. Bij de celtherapie worden organen van een ongeboren of juveniel dier geïnjecteerd. Foetale cellen kunnen gemakkelijker steriel verkregen worden en veroorzaken bij de ontvanger - vergeleken met cellen van volwassen dieren - weinig of geen allergische reacties. De foetus, het ongeboren dier in het moederlijf, heeft zelf nog geen eigen immuunactiviteit.